In de Nederlandse geboortezorg is de kans op ernstige complicaties, of je nu kiest voor een VBAC of een geplande keizersnede, relatief klein. Hoewel de risico’s die bij verschillende mogelijkheden horen maar een onderdeel is van de afweging die jij voor jezelf gaat maken is het toch handig om de mogelijke consequenties van verschillende complicaties naast elkaar te zien.
In dit overzicht wordt onderscheid gemaakt tussen een VBAC waarbij de baby daadwerkelijk vaginaal geboren wordt, een geplande keizersnede en een VBAC die uiteindelijk eindigt in een keizersnede. Zoals eerder genoemd werd verschillend de uitkomsten van de onderzoeken tussen de 0.2% tot 1.2% kans op een ruptuur. Vandaar dat in dit overzicht 0.5% wordt aangehouden.
Overzicht zwangere
VBAC | Geplande keizersnede | VBAC die eindigde in een keizersnede | |
Uterusruptuur | 0,051% | 0.05% | 0,61% |
Gecombineerde ernstige complicaties* | 0,24% | 0,46% | 1,19% |
Consequenties volgende zwangerschap | Grotere kans evt. volgende zwangerschap ook vaginaal te baren (ca 90%) | Kans op placenta praevia of placenta accreta neemt toe. | Kans op placenta praevia of placenta accreta neemt toe. |
Lange termijn | Langer herstel, adhesies, niches | Langer herstel, adhesies, niches | |
*Gecombineerde ernstige complicaties zijn in dit onderzoek: ademhalingsproblemen, hartproblemen, hysterectomie, schade aan blaas, (complicaties door) ernstig bloedverlies en overlijden.
Bron: Vraag de vroedvrouw
In het onderstaande overzicht worden de mogelijke consequenties van complicaties voor de baby bij een VBAC en een geplande keizersnede uiteengezet.
Geplande VBAC | Geplande keizersnede | |
Ademhalingsproblemen | 2-3% | 4-6% |
HIE (hersenschade als gevolg van zuurstoftekort) | 0,08% | 0,01% |
Perinatale sterfte (tijdens zwangerschap, baring of eerste 7 dagen) | 0,13% | 0,05% |
Neonatale sterfte (eerste 28 dagen na de geboorte) | 0,08% | 0,05% |
Lange termijn | Meer kans op allergie en astma. Later in het leven is minder onderzoek over, maar vermoedelijk meer kans op obesitas en astma. (Keag et al. 2018) |